Freek Jansen

Freek was altijd te vroeg.

Als je op school arriveerde, stond zijn terreinwagen al op de parkeerplaats en zat Freek, ruim voor het eerste uur begon, bij de conciërgerie, met een kop koffie voor zich (het liefst – toen het nog mocht – met een sigaretje erbij). Met zijn leren jas, zijn klompen en zijn imposante baard was hij van grote afstand herkenbaar. Hij behoorde tot de club van docenten die ‘de baarden’ werd genoemd, een erfenis van de jaren ’70, al had het grootste deel van hen allang geen baard meer. Freek wel.

In de pauzes was hij achter in de docentenkamer te vinden toen daar nog gerookt mocht worden. In de rokershoek, onder de afzuigkap, genoeglijk rookkringetjes blazend. Iemand op wie je kon bouwen, als collega, maar ook als leerling. Niet iemand die het hoogste woord had, maar als hij het woord nam, bijvoorbeeld tijdens een rapportvergadering, dan luisterde iedereen. Want Freek wist waarover hij het had en vooral over wie hij het had. Hij kende zijn leerlingen bijzonder goed en wist ze ook feilloos op waarde te schatten. Een docent van de oude stempel, maar wel van een onmiskenbaar Montessoriaanse stempel. De leerling stond voor hem voorop.

Ruim veertig jaar was Freek een vertrouwd gezicht op het RML. Hij hechtte aan vaste gewoontes, bijvoorbeeld op de laatste dag van het schooljaar, waar hij doorgaans verscheen met zijn wagen al ingepakt voor de zomervakantie. Naar Griekenland meestal. Of eigenlijk altijd.

Noodgedwongen moest hij om gezondheidsredenen vlak voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd stoppen met lesgeven. Te vroeg.

Zijn afscheid komt helaas ook te vroeg. Freek Jansen werd 76 jaar.